Tja, wat kun je zeggen over de verkiezingsuitslag. Je kunt luisteren naar Bas Heijne die spreekt over verzoening en luisteren naar elkaar en dat dit nou eenmaal het land is waar we wonen, maar het is ook wel lekker om een heel ander geluid te horen. Hieronder integraal de column van Sander Schimmelpenninck in de Volkskrant van afgelopen maandag.
Hij verwoordt mijn gevoel het best (letterlijk).
26 november 2023
Tja, wat moet je eigenlijk zingen als je een PVV-fan bent? Het groepje in het zwart gestoken hooligans overlegt driftig. Ze staan te kijken naar een groep demonstranten voor het Utrechtse station die ‘nooit meer fascisme’ scandeert. Daar moeten ze wat tegenover zetten. Opeens weten ze het. Ze brullen ‘Sinterklaas, wie kent hem niet? Sinterklaas, Sinterklaas en natuurlijk Zwarte Piet’. Nadat de mannen met het liedje klaar zijn sluit hun voorman af met een welgemeend ‘je kankermoeder!’
Volgens VVD-leider Dilan Yesilgöz en een groot deel van de media moeten we nóg beter naar deze mensen luisteren. Want PVV-stemmers zouden echte noden en reële zorgen hebben. Welnu, ik zal u eens iets verklappen: die hebben ze helemaal niet. Ik snap dat een rationele verklaring mensen houvast geeft, maar dik twintig jaar na Fortuyn moet het nu eens afgelopen zijn met die onzin. De aso-apologeten kunnen nog honderd keer betogen hoe de arbeidersklasse is verraden door links, of riedeltjes afsteken over de toeslagenaffaire, asielinstroom of woke, maar dat maakt de keuze voor de PVV nog niet rationeel.
De werkloosheid was nog nooit zo laag en dankzij decennia van hoogconjunctuur rekent het grootste deel van dit land zich tot de bezittende klasse. Voor al die welvaart werken we bovendien zo’n beetje het minste van heel Europa. Mocht men zich ondanks al dat fortuin tekort gedaan voelen, dan heeft men alsnog niets te zoeken bij de PVV, dat in weerwil van het valse VVD-frame – de PVV zou economisch links zijn – mensen aan de onderkant niets te bieden heeft. De neppartij van Wilders is vóór de hypotheekrenteaftrek, vóór belastingontwijking, vóór strengere regels voor mensen in de bijstand en tegen bindende cao’s. Kneiterrechts dus.
Toen Nederland in serieuze economische problemen zat, kreeg de PvdA in 2012 ‘gewoon’ 38 zetels, en de SP 15. Iemand die serieuze zorgen en werkelijke noden heeft, stemt namelijk niet bij elke verkiezing op een andere extreem-rechtse partij, maar op een partij die iets voor hem doet. De overwinning van de PVV is dus niet vanwege een gebrek aan bestaanszekerheid, maar een teveel. De kiezer kan het zich permitteren om uit verveling en onbenul te stemmen op een grote bek zonder ideeën.
Dat een kwart van de Nederlanders inmiddels extreem-rechts stemt heeft helemaal geen rationele verklaring, maar komt door sociale media. Die hebben een ontaard electoraat gecreëerd, dat eerder FvD en BBB de grootste maakte. De hordes zweven van partij naar partij, de peilingen volgend, en zijn slechts trouw aan hun nihilisme en anti-intellectualisme. Dat gaat niet zozeer over intelligentie als wel over conditionering; sociale media hebben deze groep gehersenspoeld met leugens en een minachting voor autoriteit en expertise aangepraat. Voor deze groep is ‘links’ een scheldwoord.
PVV-stemmers vinden dat zij nu de baas zijn, en ontlenen een huiveringwekkend zelfvertrouwen aan de verkiezingswinst. Zij eisen door het hele land hun gelijk, worden woest bij kritiek en intimideren hun tegenstanders; dankzij hun totale gebrek aan kennis van de politiek denken zij nu dat hun wil wet is. De PVV-stemmer lijkt daarmee op Wilders zelf, een paranoïde en dictatoriale man. Wat Geert mag, mogen zij nu ook, denken ze.
De overwinning van de PVV is die van de kanslozen die de kansarmen geen kans willen geven. Het is de ultieme triomf van decadentie en lifestylerancune. Zelfs hun buitenlanderhaat is grotendeels folklore – ze kennen eigenlijk ook wel ‘goeien’, maar een beetje racisme hoort nu eenmaal bij de asociaal-nihilistische levensstijl. Luisteren naar PVV-stemmers is, kortom, volkomen zinloos: er komt eenvoudigweg niets consistents uit.





