Dat blijkt geen onverdeeld genoegen. Ik herinnerde me wel dat de eerste dagboeken dweperige epistels zijn van een bakvis en dat is ook zo. Maar ook in de jaren erna lijkt het alsof alleen verliefdheden het waard zijn om over te schrijven. Ik ben op dit moment beland in 1983 en het lijkt alsof ik in dat specifieke jaar in de kroeg wóónde en de ene na de andere jongen komt voorbij. Tussen de regels schrijf ik af en toe een summier zinnetje dat het druk is op school, maar meer dan: het is druk, kom ik niet te weten.
Ik ga derhalve deze dagboeken na lezing weggooien. Sommige stukjes zijn wel grappig of opmerkelijk en heb ik aan F. voorgelezen, maar de gêne is te groot dat deze boeken door iemand anders ooit gelezen worden. Wellicht wordt het vanaf 1983 (ik heb boekjes tot het jaar 2000) beter en zal ik die wel bewaren.
Iets anders zijn de brieven. Dat zijn er ook heel erg veel. Bij het sorteren kwamen namen voorbij van mensen bij wie ik erg moest nadenken: wie was dat? Van de brieven ben ik erg benieuwd hoe de taal is. In ieder geval zijn brieven geschreven met het doel dat een ander ze leest, dus waarschijnlijk hebben die een andere sfeer en toon.
En dan nog de agenda's. Nog weer andere koek met doktersafspraken, uitstapjes naar Amsterdam of elders enz. Daarvan is de vraag of ze überhaupt het bewaren waard zijn. Ik ben nog even bezig.
