dinsdag 4 april 2023

hoe is het met?

De duif (post 1 februari) hebben we na onze terugkomst van onze voorjaarsvakantie niet meer gezien.Ik vrees dat 'ie dood is. Ik miste hem in het begin. Ik was er al zo aan gewend om bij het verlaten van het huis rond te kijken of hij op de bank, op de fiets of in de kas zat. Wat over is van hem is een hoop stront op diverse plekken. Wat dat betreft mis ik hem niet.

De hoeveelheid brieven uit Frankrijk (post 8 maart) is veel omvangrijker dan ik had gedacht. Ze scannen, ordenen en bijsnijden is een waar monnikenwerk. Alle velletjes papier van links tot rechts en van boven tot beneden helemaal volgeschreven doorlezen, de plaatsen die genoemd worden opschrijven om straks een kaartje met routebeschrijving te kunnen invoegen en te bedenken welke kaarten ik dan pak. Intekenen op een landkaart of de route uitstippelen in Google Maps en daar een uitsnede van maken.

Een gedrukt boek, wat ik voor ogen heb wordt door de hoeveelheid pagina's aardig aan de prijs. Ik heb inmiddels bijna 300 pagina's en nog heel wat brieven voor de boeg. Ik zou natuurlijk een selectie kunnen maken. Maar dat doe ik al een beetje: ik scan alleen de brieven uit Frankrijk en sla Duitsland, Oostenrijk en Noorwegen over.
Het is fascinerend om te lezen hoe mijn vader in vreemde steden zonder één woord Frans toch de postkantoren weet te vinden. Hoe ze soms met z'n vieren op pad gaan met twee auto's in een tijd zonder telefoons en ik verbaas me ook over hoe vaak het regent! 
Én ik verheug me om te lezen dat mijn moeder zo geniet van wandelingen maar vooral van autotochten door het veelal ruige landschap.

De voortgang van mijn inmiddels zesde (!) boek, de hond in de nacht (post 24 januari) schiet er wat bij in. Af en toe krijg ik de geest en schrijf zo'n 500 woorden. Ik heb er nu 9000 en streef naar drie keer zo veel. Maar het komt wel goed, zo niet in 2023 dan wel in 24 of 25. Ik heb de hoofdlijn immers in mijn hoofd. Middenstuk en eind erbij. Nu alleen nog opschrijven...